Baby Shark

Telkens als tijdens de play-offs het thuispubliek van de Washington Nationals massaal het kinderliedje ‘Baby Shark’ meebrulde en woest met de armen op en neer klapte, dacht ik aan Elvis Andrus. Wat zou de kortestop van de Rangers ervan vinden dat een compleet stadion uit zijn dak gaat op zijn walk-up song?

Want hoewel de indruk wordt gewekt dat Gerardo Parra van de Nationals in juni als eerste met Baby Shark het veld opwandelde, had Andrus een paar maanden eerder al voor dit kinderliedje gekozen.

Eind maart van dit jaar klonk bij de Rangers ineens op de achtergrond: ‘baby shark, tu-tu-tu-tu-tu, baby shark, tu-tu-tu-tu-tu.’ Verslaggevers kregen het irritante refreintje niet meer uit hun hoofd en vroegen smekend aan Elvis of dit een eenmalig grapje was. “Het is mijn slagbeurt, mijn liedje, ik kan doen wat ik wil”, grijnsde Andrus. “Als je het niks vindt kun je er maar beter aan wennen, want het liedje gaat niet meer weg. Ik heb het gedaan voor mijn zoontje. Hij vindt het leuk en ik denk dat sowieso negenennegentig procent van de kinderen het mooi vindt.”

Dat laatste antwoord klinkt bekend. Toen in juni Parra voor Baby Shark koos moest hij ook uitleggen aan de pers wat hem bezielde. “Ik wilde een keer iets anders. Mijn dochtertje Aaliyah is gek op dit liedje.”

Bij Parra en de Nationals sloeg de song vrijwel direct aan. Parra zelf raakte uit een slump en het team begon beter te draaien na een dramatische seizoenstart. De Nationals haalden de play-offs en voor de spelers en de fans werd dit liedje symbool van die comeback.

Iedere keer als een speler met een tik het eerste honk bereikte maakte hij met zijn wijsvinger en duim een knijpgebaar richting de dugout. Hiermee deed hij het happen van een Baby Shark na. Als een National op twee kwam deed hij zijn handpalmen op elkaar en maakte met vlakke handen een bijtbeweging: Mama Shark. Mocht er eentje op drie komen dan strekte hij zijn armen en klapte met zijn handen: Papa Shark. Het publiek deed intussen iedere keer als de song uit de speakers schalde de Papa Shark beweging. En dan luid meezingen natuurlijk.

Baby Shark werd groter dan alleen een liedje in het Nationals-stadion. Er zijn t-shirts van Parra Shark te koop, fans kwamen verkleed in een haaienpak naar de wedstrijden en het team knoopte tijdens de playoffs een knuffelhaaitje in de dugout. Tussen de innings in Game 7 van de World Series konden we luisteren naar een strijkkwartet dat op een klassieke wijze Baby Shark speelde. De Nationals werden kampioen en inmiddels zijn er shirts van een haai met de trofee tussen zijn vinnen, haaienrompertjes, haaienmascottes en haaienpetjes. Je kunt gerust zeggen dat het liedje voorgoed verbonden is aan de Nationals en hun World Series titel.

Maar hoe moet dan nu met Andrus en zijn walk-up song? Wat gaat hij doen in maart 2020? Een ander liedje ligt voor de hand, maar de kortestop is bijgelovig en de song werkte ook voor hem. Dus stel nou dat je volgend seizoen Andrus aan slag ziet, je hoort ‘baby shark, tu-tu-tu-tu-tu’ en je denkt direct aan Parra en de Nationals, vergeet dan niet: Elvis was echt eerder.

Gepubliceerd in Fastball Magazine nr. 9 december 2019
Tekst © honkbalopzolder
Foto: KA Sports Photo’s
(Elvis Andrus)