Spaceman

Als popartiesten de moeite nemen een liedje over je te schrijven dan ben je of uitzonderlijk goed, of er is iets bijzonders met je aan de hand. Dat laatste gold voor Bill Lee. De pitcher was zo’n geval apart dat zanger Warren Zevon in 1980 een song voor hem maakte.

Lee viel op door zijn rare antwoorden en filosofieën en kreeg daarom van zijn Red Sox teamgenoot John Kennedy al snel de bijnaam Spaceman. Als een verslaggever iets vroeg over de wedstrijd, begon Lee gerust met een gedachte over het heelal. “Over een paar miljoen jaar is de zon opgebrand en verandert de aarde in een grote sneeuwbal die door de ruimte zweeft. Als dat mogelijk is, wat maakt het dan uit of ik drie slag gooi of niet?”

Zijn bijnaam zou je ook kunnen linken aan zijn drugsgebruik. Hij bekende van wiet te houden en werd direct geschorst. Lee haalde zijn schouders op. “Ik kan een hoop slechtere dingen bedenken in honkbal dan marihuana, zoals vier wijd, een aangewezen slagman en kunstgras.” Daarnaast, wat was nou het probleem? Hij rookte het spul niet, hij strooide het slechts op zijn pannenkoeken. En met een speciale reden, want dan had hij tijdens het joggen geen last van smog.

Wanneer journalisten vroegen of verplichte ‘drug testing’ een goed idee zou zijn, antwoordde hij droog: “O, ik geloof wel in ‘drug testing’. Ik heb zelf in de sixties alle drugs getest. Maar om het nou te verplichten…”

Makkelijk in de omgang was hij niet bepaald. Lee vond zijn Red Sox-coach Don Zimmer zo’n grote onbenul dat hij hem openlijk een woestijnrat noemde. Yankee-baas Steinbrenner vergeleek hij met een nazi en de Yankees zelf waren een stel bruinhemden.

Hij dreigde in 1978 met pensioen te gaan toen de Red Sox zijn teamgenoot en vriend Bernie Carbo naar de Indians stuurden. Een dag later verscheen hij op het veld in een T-shirt met daarop de tekst: ‘Friendship first, competition second.’ Voor straf werd hij een dag geschorst en moest 500 dollar boete betalen. “Maak er 1500 dollar van”, zei Lee cynisch. “Dan heb ik een weekendje vrij.”

Umpires moesten uitkijken als hij boos werd. Zo was zijn commentaar bij een dubieuze call bij een collega-pitcher: “Als de umpire dat bij mij had geflikt had ik zijn oor eraf gebeten. Ik had hem ‘ge-Van-Gogh-ed’.”

Na zijn pensioen in 1982 trok hij zich terug in Canada en hield hij zich bezig met lezen en een beetje houthakken. Nog even dacht hij na over een carrière in de politiek. Uitgesproken was hij immers altijd al. Hij protesteerde tegen rassensegregatie, schreef het kleine Red Sox boekje, geïnspireerd op het rode boekje van de Chinese communistische leider Mao en vond bevolkingsbeheersing geen slecht idee. In 1988 was hij presidentskandidaat namens de Canadese Neushoornpartij, met de slogan: ‘Weg met geweren en boter, beide kosten levens’.

Genoeg inspiratie voor Zevon om een liedje te schrijven dus. De zanger zocht contact met Lee nadat hij erachter kwam dat de pitcher groot fan van hem was en in veel interviews quotes uit zijn songteksten gebruikte. Zevon componeerde een nummer en nodigde Lee uit in Hollywood. De twee werden direct vrienden en zakten samen drie nachten door.

Het liedje zelf is kort. Slechts een paar regeltjes. De laatste zin van de song zegt alles: ‘Soms zeg ik dingen die ik beter niet kan zeggen zoals……’ Daarna klinkt een harmonica. De incidenten en anekdotes over Spaceman waren te veel om in een tekst te proppen. Dus dacht Zevon, dat mag je zelf invullen.

Gepubliceerd in Fastball Magazine
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Mike
(Bill Lee, nr. 37)