Een klein jochie dat met een honkbalknuppel in zijn hand op een grasveldje een bal zo hard mogelijk probeert te raken. Dit is ongeveer de kern van het liedje The Greatest van de in maart overleden countryzanger Kenny Rogers.
Intussen bedenkt het jongetje er een heel verhaal bij. Hij is de beste honkballer van allemaal en hij moet het winnende punt binnenslaan. Hij gooit, swingt… mis. Nog een keer… weer mis. Opnieuw proberen. Hij zet zicht schrap, de bal gaat omhoog, hij slaat uit alle macht… niks. Drie slag, uit.
Dan roept zijn moeder voor het avondeten. Het jochie is niet teleurgesteld, want hij vindt zichzelf nog steeds de beste. Hij wist namelijk niet dat hij zo goed kon pitchen.
Het liedje uit 1999 werd geen hit, maar groeide in de sportwereld snel uit tot een klassieker. The Greatest staat vrijwel in alle lijstjes met beste baseballsongs ooit, waardoor Rogers moeiteloos voorgoed verbonden zal blijven met het honkbal.
Maar er zijn meerdere links tussen Rogers en de sport dan alleen The Greatest. De zanger is min of meer verantwoordelijk voor de bijnaam van zijn dubbelganger. In de Major League liep een tijdje een Kenny Rogers rond die ze al snel de The Gambler noemden. Dat had alles maken met country-Kenny die in verschillende westernfilms revolverheld The Gambler speelde.
Country-Kenny had verder overigens behalve zijn naam en bijnaam niets gemeen met honkbal-Kenny. Country-Kenny was een gemoedelijke oude man met een witte baard, terwijl honkbal-Kenny zijn handjes wel eens los zaten. Hij timmerde een keer een journalist op zijn gezicht. Reden: domme vragen.
En dan is er nog een connectie tussen Rogers en de Major League. Zijn liedje Lucille zal ook niet snel vergeten worden. Dat komt door Dave Stewart. De ex-werper van de Rangers werd in 1985 gearresteerd in een donker steegje met een prostituee genaamd Lucille. Het werd extra pijnlijk voor Stewart toen bleek dat de dame geen dame was, maar een travestiet.
Dankzij de bijdehante organist Nancy Faust van de White Sox bleef het incident extra lang aan Stewart kleven. Faust wachtte tot de Rangers in Chicago moesten honkballen en speelde vlak voordat Stewart het veld op liep heel pesterig ‘Lucille’ op haar orgel. Leuk idee, dachten de andere cluborganisten en voor Stewart het wist zat hij aan het liedje vast.
Terug naar The Greatest. Volgens schrijver Don Schiltz is de kracht van het liedje de positiviteit. Daarnaast is het ook een mooie basisles in filosofie, namelijk hoe je op twee verschillende manieren tegen een situatie aan kunt kijken.
Maar misschien is de echte kracht van het liedje dat luisterend naar de tekst je jezelf ziet staan op dat grasveldje met een knuppeltje en een bal in je hand. Heel even kun je door de ogen van het jochie terug naar vroeger.
Gepubliceerd in Fastball Magazine nr. 3. April/ Mei 2020
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Tom Heinze