Three Little Birds

Op een julidag in 2013 op weg naar het stadion van de Boston Red Sox ging het mobieltje van Shane Victorino. ‘Three Little Birds’ van Bob Marley klonk door de auto, de ringtone voor zijn vader. Na een kort gesprekje reed de outfielder het terrein op van Fenway Park en bedacht hij dat dit nummer wel eens een fijne walk-up song kon zijn.

Tot dan toe was het altijd ‘Buffalo Soldier’ van Marley geweest waarmee Shane naar het slagperk liep. Een liedje overgehouden uit zijn tijd bij de Phillies (2005-2012). Victorino is nu eenmaal een groot Marley-fan. “Dat komt natuurlijk omdat ik opgegroeid ben op Hawaii”, zegt hij zelf.  “Bob Marley speelt een grote rol in onze cultuur.”

Buffalo Soldierdeed weinig met het publiek in Boston, maar Three Little Birdsmaakte al snel indruk. “Bij de derde of vierde keer hoorde ik het publiek al meezingen en dacht: wow dit kan wel eens heel populair worden. Na een maandje zong het hele stadion mee. Het helpt ook dat de man die het plaatje draait het precies op het juiste moment stopt zodat de mensen de tekst verder kunnen zingen.” Dat gaat zo. De song begint met een relaxed keyboard rifje van een seconde of twaalf en dan begint Bob Marley. ‘Don’t worry, about a thing…’, dan opnieuw dat rifje en net voordat Bob weer gaat zingen zet de stadionspeaker de muziek abrupt uit en brult het hele stadion ‘cause every little thing, gonna be all right!

Het liedje kreeg pas echt een cultstatus tijdens de play-offs. In Game Sixvan de halve finale tegen de Detroit Tigers staan de Red Sox met 3-2 voor in games en 1-2 achter in de wedstrijd. Victorino wandelt over het gras en heel het stadion zingt mee met de tekst van Marley. Aan slag timmert hij met de honken vol de bal hoog over de groene muur. Het is 5-2 voor de Sox, ze winnen de partij en halen de World Series. “Ik ga niet zeggen dat ik die homerun sloeg dankzij het meezingen, maar het gaf mij zeker een extra kick.”

Victorino was vastbesloten het liedje ook in 2014 te gebruiken. “Wat ik cool vind is dat catchers van de tegenpartij stiekem mee neuriën en zeggen dat ik deze song echt nooit meer moet veranderen. Dit lied hoort voorgoed bij mij.”

Er was alleen een klein probleem. De MLB-bazen vonden dat in 2014 introsongs niet langer dan vijftien seconden mochten duren. Zo zou de wedstrijd sneller gaan dachten ze. Voor Victorino was het balen, want bij Bob zit je met het intro al snel op 22 seconden. Daar moesten dus ineens zeven tellen van af. “Het is niet juist”, vond Shane. “Nu krijg je allemaal teleurgestelde fans.” Toch hield Victorino vast aan Three Little Birds. Dan maar met het gesnoeide intro.

In de zomer van 2015 veranderde hij plotseling toch zijn liedje. Uiteraard koos hij weer een song van Bob. Dit keer ‘One Love’. Maar om een bijzondere reden. Het kwam omdat de Red Sox hem ruilden met de Angels. Met tranen in zijn ogen vertelde hij op een persconferentie dat hij Three Little Birds niet mee liet verhuizen. “Uit respect voor het Red Sox legioen. Ik denk dat de fans verliefd zijn op het liedje. Dat betekent niet alleen veel voor mijzelf, maar ook voor mijn familie en vrienden die in het stadion waren en het hebben meegemaakt. Het is iets dat ik nooit zal vergeten.”

Gepubliceerd in Fastball Magazine. Februari 2019, Nr.1
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Keith Allison
(Shane Victorino)