De twitter-fittie tussen de Oakland Athletics en Smash Mouth begon met een harde uithaal van de band. Smash Mouth vond dat de club lullig met zijn spelers omging. “De A’s zijn een grote grap”, stond er ineens op social media.
Via het officiële account van de Athletics kwam er al vlug een reactie. “Beledigd door Smash Mouth? Pfft.”
Daarna ontspoorde de boel snel. Smash Mouth vroeg zich af waarom de club zich van de kritiek niks aantrok en de Athletics counterden met: “Blijven jullie alleen zo laat op om wanhopig wat aandacht te vragen? Zo gedraagt een All Star zich toch niet?” Dat schreef de club niet voor niks. ‘All Star’ uit 1999 is de grootste hit van Smash Mouth. Het is een bekend liedje dat vaak bij grote sportwedstrijden wordt gebruikt.
Tijd voor een nieuwe tweet van Smash Mouth. “Jullie hebben NUL spelers vastgelegd. Geef jullie geweldige fans iets om voor te juichen.”
A’s pitcher Sean Doolittle probeerde de boel te sussen met een bericht waarin hij twee songtitels had gestopt. “He gasten, kom op. ‘Why can’t we be friends?’ Afgelopen jaar was moeilijk, maar ‘I’m a believer.”
En terug naar Smash Mouth: “Alleen afgelopen jaar? Niet dat je ieder jaar de World Series moet halen, maar jullie zijn veel te gierig.” Au, dat was recht tegen het zere been van de Athletics. Die schopten hard terug: “Jullie snappen natuurlijk alles. Behalve dan hoe je na 1999 een hit moet scoren.”
Kom er maar in Smash Mouth: “We hadden een hit in 2006. En NEE we hebben niet alles door, maar we doen ons best. Dat is het enige dat fans vragen.” De Athletics schoffelden Smash Mouth daarna helemaal onderuit. “Jullie hebben geen fans. Die van vroeger hebben achttien jaar geleden hun schooldiploma gehaald en zijn volwassen geworden. Als jullie dat nou ook eens deden.”
Iemand op social media dacht dat de ruzie een ordinaire publiciteitsstunt was voor een middagje hits draaien van Smash Mouth in het stadion van de A’s. De club bulldozerde daarom voor de zekerheid nog even over dit bericht heen. “De hele tijd maar één liedje spelen? Dacht het niet.” Smash Mouth had nog een tweet over: “Het klinkt alsof je een kind van vijf bent.”
Na een nachtje slapen en waarschijnlijk bemoeienis van de grote Athletics-bazen, veranderde de toon compleet. De A’s hadden de tweets gewist en schreven aan Smash Mouth: “Sorry, ons fanatisme zat wat in de weg. Kaartjes liggen klaar en we nodigen de hele band uit voor een eerste pitch als jullie in de buurt zijn.” Smash Mouth reageerde sportief: “Doen we!” Einde fittie.
Twee jaar later in 2018 leek Doolittle een nieuw vuurtje op te stoken. De reliever van inmiddels de Nationals schreef op twitter: “Hé Smash Mouth, raad eens?” De band nieuwsgierig: “Wat is er aan de hand heer?” Doolittle: “Ik ben een All Star.” De pitcher was gekozen in het All Star team en Smash Mouth twitterde een welgemeend “F YES! Gefeliciteerd!” Niks aan de hand dus.
Maar de band uit San Jose heeft het niet helemaal afgeleerd om op social media boos te reageren op clubs uit de regio. Begin 2019 probeerden de San Francisco Giants superster Bryce Harper binnen te hengelen, maar twijfelden over een langdurig contract. En daar was Smash Mouth weer. “Step the F up!” Ze plaatsten ook nog een klaagtweet nadat Harper tekende bij de Phillies. De Giants deden toen wat de A’s in 2016 ook hadden moeten doen. Niks. Dat hielp enorm, want sindsdien is het een stuk rustiger op het account van Smash Mouth. Rustig, voor zolang het duurt natuurlijk.
Gepubliceerd in Fastball Magazine nr. 4 mei 2019
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Ian D’ Andrea
(Sean Doolittle)