The Heat Is On

Bij iedere honkbalwedstrijd keek Glenn Frey vanaf de tribune altijd even naar de plek van de commentator. Stiekem droomde de zanger dat hij daar ooit een keer mocht zitten. “Lekker in zo’n hokje hangen en verslag doen van de wedstrijd.”

De frontman van de Eagles zat na de breuk van de band regelmatig bij de Dodgers. “Ik nam mijn vrouw vaak mee naar wedstrijden en gaf altijd uitleg. Dan vertelde ik bijvoorbeeld: let op, de pitcher gaat nu een heel smerige bal gooien, want de slagman staat op twee slag.” Tot zijn vrouw het wel een keer genoeg vond. “Ze zei op een gegeven moment ga nou maar eens echt commentaar geven dan.” En zo zat Frey na wat telefoontjes op 23 juni 1985 ineens naast de grote Vin Scully bij de Dodgers tegen de Astros, met een microfoon voor zijn neus.

In de jaren zeventig had honkbalfan Frey nauwelijks tijd gehad voor de sport. Met de Eagles vloog hij de hele wereld over. Af en toe tussen de optredens door was er wat ruimte om een potje honk- of softbal te spelen met de rest van de band en crew. “Dat is heel goed. Als we kunnen schreeuwen naar elkaar op het veld, dan hoeven we dat niet meer te doen als we aan het werk zijn”, lachte Frey. “Het is heel gezond. Het levert een goede atmosfeer op en zorgt ervoor dat elkaar niet doodslaan.”

Misschien hadden de Eagles iets vaker met elkaar moeten honkballen. Uiteindelijk waren ze elkaar zo zat dat ze elkaar verrot scholden op het podium. Tijdens het laatste optreden van de band in de zomer van 1980 riep Frey tegen gitarist Don Felder dat hij hem in elkaar zou trappen. ‘Kom maar op’, riep Felder boos, terwijl hij intussen verder ging met zijn gitaarsolo.

De ruzie betekende voorlopig het einde van de Eagles. Frey ging alleen verder en was redelijk succesvol. Extra leuk was dat zijn twee grootste hits werden geadopteerd door honkbalteams. In 1985 kozen de Cardinals het liedje ‘The Heat Is On’ als hun lijflied. Het team zat vol met snelle jongens zoals Vince Coleman, Willie McGee en Ozzie Smith en verzamelde dat seizoen 314 steals. Zodra een Cardinal op de honken kwam werd het liedje opgezet. “Het is heel gaaf ‘The Heat Is On’ te horen als het warm is en de honken gevuld zijn. Dat is fantastisch”, glimlachte Glenn.

Een jaar later kozen de New York Mets ‘You Belong to the City’. Zo wilden ze duidelijk maken dat de spelers verbonden waren met de stad. Maar het liedje gaat eigenlijk over iemand die eenzaam is en zich pas echt thuis voelt in het uitgaansleven. Achteraf paste die tekst vrij goed bij de Mets, want jaren later bleek dat veel spelers snuivend en zuipend door de New Yorkse nachten rolden.

Dat Frey zijn muziek was verbonden aan de Major League was mooi, maar kon nauwelijks op tegen die middag met Scully in het hok. De inmiddels overleden Frey (2016) beleefde zijn hoogtepunt bij een slagbeurt van Pedro Guerrero: “Wind up en een pitch”, zei Glenn voorzichtig. ‘Plok’, klonk het door het stadion. “Oh, die is weg. Is ie weg? Cruz probeert de bal te vangen, maar kan er niet bij. Hij is weg! Een homerun voor Pedro Guerrerooo!”

Gepubliceerd in Fastball Magazine augustus 2018. Nummer 6.
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Malingering
(Vin Scully in zijn hokje in Dodger Stadium)