Careless Whisper

image

Josh Reddick is een stoere gast. De outfielder van de Athletics heeft tatoeages, lange sliertige haren en een pluizige baard. Hij gaat in zijn vrije tijd het liefst naar Amerikaans show-worstelen, is goed bevriend met een paar van die vechters en droomt stiekem zelf ooit een keer in de ring te staan.

Niet geheel verrassend kiest Reddick voor zijn walk-up muziek altijd ruige nummers die ze ook bij het worstelen gebruiken: keiharde trashmetal, punk of nog grotere herrie.

Totdat Reddick in mei bij een wedstrijd tegen de White Sox ineens een heel ongebruikelijk nummer wilde horen. De commentatoren hadden het al op hun blaadje gezien en konden hun lach nauwelijks inhouden. “Laten we even luisteren naar Josh Reddick zijn nieuwe walk-up song. Het is een lief liedje”, grinnikte één van de verslaggevers. Uit de speakers klonk een lange, rustige, romantische saxofoonsolo. Daar overheen het kreunende ‘ohohhohoooo’ van zanger George Michael. In de dug-out bewoog teamgenoot Sean Doolittle langzaam zijn hoofd heen en weer. “Dit is schitterend”, zei de ene commentator. “Careless Whisper van Wham!” Ze waren nog niet uitgelachen of Reddick sloeg een basehit. “Het is een groot verschil met de eerdere liedjes, maar het werkt.” Even een stilte. “Hij komt met Careless Whisper van Wham, hahahaha!”

Een paar innings later klonk opnieuw de softe saxsolo en nu kreeg ook het publiek de smaak te pakken. Supporters gooiden zwaaiend hun armen in de lucht. Eén man deed zijn heupen vooruit en wiegde haast in trance zijn bekken. Vlak daarna timmerde Reddick de bal over het hek. “Raad eens welke muziek we blijven horen…”, voorspelde een verslaggever. “En waarom ook niet?”

Leuk dat het werkt, maar waarom kiest een redneck als Reddick voor een zoet zwijmelliedje uit de jaren tachtig? Dat is eigenlijk heel simpel. De bijgelovige outfielder hoorde de song in de kleedkamer en zag dat als een teken. “Mijn teamgenoten konden niet geloven dat ik de… uh… laat ik het woord ‘moed’ kiezen… dat ik de moed had dit nummer te laten horen.”

Reddick sloeg met Careless Whisper in de eerste twee wedstrijden vier hits uit acht beurten en het nummer bleef. Tot groot plezier van de supporters. Die begonnen steeds gekker te doen als ze de saxofoon hoorden. Massaal zwaaiden ze met vlaggen en sommige toeschouwers brachten instrumenten mee naar het stadion en deden net alsof ze de solo zelf speelden. “De fans zijn echt grappig”, vond Reddick. “Het lijkt alsof ze meer plezier met het liedje hebben dan met de wedstrijd, haha.”

De Athletics hebben inmiddels George Michael gevraagd langs te komen, maar de zanger heeft nog niet gereageerd. Wie weet, komt George volgend seizoen. De uitnodiging blijft immers staan zolang Careless Whisper blijft. “Ik ga de muziek niet veranderen”, zei Reddick. “Zo lang er niks dramatisch gebeurt hou ik dit liedje.” Laten we daarom vooral hopen dat Reddick nooit meer in een slump terechtkomt.

Gepubliceerd in Fastball Magazine December 2014 (nr. 10)
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Keith Allison
(Josh Reddick)