De blauwe plekken van Choo

image

Arme Shin-Soo Choo. Het seizoen is nog geen maand oud of hij zit al onder de blauwe plekken. De leadoff hitter van de Cincinnati Reds is in april tien keer geraakt door een pitch en heeft daarmee gelijk een oud clubrecord gebroken. Mike Donlin van de Reds kreeg in mei 1903 negen keer een bal op zijn lichaam.

Als Choo iedere maand het gemiddelde van april haalt dan zal hij uiteindelijk het record breken van Hughie Jennings. De kortestop van de Baltimore Orioles werd in 1896 liefst 51 keer geraakt.

Waarom uitgerekend Choo iedere keer een verdwaalde bal tegen zich aan krijgt kan hij moeilijk verklaren. “Kun je dat niet aan de pitchers vragen’’, reageerde de Zuid Koreaan onlangs na afloop van een wedstrijd. “Ik weet het echt niet.”

Meestal hangen spelers die vaak geraakt worden te veel over de thuisplaat. Een pitcher is de baas over die plaat en een slagman die er te dicht op staat moet niet raar staan te kijken wanneer een pitch vol in zijn rug ploft.

Kijkend naar zijn slaghouding kun je zeggen dat Choo misschien een klein beetje over de plaat leunt. Zelf ziet hij dat anders. “Ik denk niet dat ik te dicht op de thuisplaat sta. Ik heb met veel verschillende catchers en met onze pitchers gepraat. Zij zeggen van niet. Pitchers gooien denk ik liever niet outside bij mij, omdat ik die ballen goed kan raken. Ze proberen zo veel mogelijk inside te gooien.”

Choo doet ook zeker niet zijn best de bal met zijn lichaam te stoppen. “Je kunt het geen kunst noemen tenzij je naam Ron Hunt is”, zei Reds coach Dusty Baker. “Hunt liet zich vroeger expres raken. Choo doet dat niet.” Hunt kreeg in 1971 vijftig keer een bal tegen zich aan. Zijn motto was: ‘Sommige mensen geven hun lichaam aan de wetenschap. Ik geef die van mij aan het honkbal’. Voor hem was het slechts een slimme manier om op het honk te komen.

Choo is zeker geen Hunt, maar echt uit de weg gaat hij ook weer niet. Hij draait bij ballen die dichtbij komen zijn lichaam naar achteren. Baker: “Misschien denkt Choo dat hij een schildpad is, want hij draait en kruipt in zijn schild.”

Baker maakt zich zorgen over de fitheid van Choo. “Iedereen zegt wel ‘take one for the team’, dat is verder prima, maar pijn doet het wel. Ik heb hem liever op een andere manier op het eerste honk, want vroeg of laat raakt hij geblesseerd.” De coach heeft de Koreaan al gevraagd om iets minder over de plaat hangen. Maar Choo wil zijn slaghouding niet veranderen. “Dat gaat niet. Slaan luistert erg nauw. Een bal op mijn heup of rug gaat nog wel. Ik maak mij alleen zorgen over de gevoelige delen zoals mijn hoofd en botten.” Een paar jaar geleden kreeg hij van pitcher Jonathan Sanchez een bal op zijn duim. De botjes waren gebroken en hij moest een paar weken aan de kant blijven. Maar ook blauwe plekken kunnen vervelend zijn. “Die laatste keer deed wel pijn. Die kwam op precies op dezelfde plek terecht waar ik een week eerder een pitch heb gehad.”

Choo is dit jaar nieuw bij de Reds. Hij werd door de club speciaal bij de Indians vandaan gehaald omdat hij vaak op het honk komt. Vorig jaar bereikten de Reds leadoff hitters gecombineerd gemiddeld slechts één uit vier beurten het honk. Het slechtste resultaat in het Amerikaans honkbal in de laatste 31 jaar. Choo komt bij de Reds in meer dan vijftig procent van de gevallen veilig op het honk. Mede dankzij die tien blauwe plekken. Columnist Rob Oller van de Columbus Dispatch stelde voor de naam van Choo te veranderen in Ouch. Maar de Koreaan is meer dan een schietschijf, want slaan kan hij ook. Hij heeft een slaggemiddelde van ruim boven de .300.

Ondertussen wordt Choo moe van alle aandacht. Het enige dat hij vervelender lijkt te vinden dan een bal op zijn lichaam is vragen van journalisten over ballen op zijn lichaam. “Waarom willen jullie toch zoveel vragen stellen over dat ik geraakt wordt’’, zuchtte hij. “Het maakt niet uit. Het hoort er gewoon bij. Geen vragen hierover meer alsjeblieft. Vraag maar aan het einde van het seizoen.”

Tekst © honkbalopzolder