Jair Jurrjens twijfelde, Kenley Jansen dacht lang na en Jurickson Profar wilde eerst wel, toen weer niet en nu weer wel. In de aanloop naar de World Baseball Classic vonden veel spelers van Oranje het moeilijk te beslissen of ze zouden honkballen voor Nederland of bij hun club moesten blijven voor de start van de Spring Training; de voorbereiding van de Major League clubs op het nieuwe seizoen.
Jurrjens wilde net als de rest graag voor zijn moederland spelen, maar Spring Training was de belangrijkste reden toch niet mee te gaan. De Antilliaan was een paar jaar geleden één van de beste pitchers van de Atlanta Braves. Maar de laatste twee seizoenen raakte Jurrjens in verval door blessures en werd hij zelfs tijdelijk teruggezet naar de Minor Leagues.
Eind januari tekende Jurrjens een contract bij de Baltimore Orioles voor anderhalf miljoen dollar. Vlak daarna hielden de Orioles de ondertekening tegen na een herkeuring van Jurrjens. De club vertrouwde zijn rechterknie niet en boden hem een minor league contract aan met een kans een plek in de hoofdmacht te verdienen tijdens Spring Training. Jurrjens accepteerde het aanbod. Dagelijks werken met coaches en begeleiders zou zijn kansen aanzienlijk vergroten dan wanneer hij zou afreizen naar het toernooi in Azië ver uit het zicht van de club.
Kenley Jansen wilde het rustig aan doen en voorzichtig toewerken naar de start van het seizoen. De pitcher onderging in oktober nog een forse hartoperatie om van zijn hartritmestoornissen af te komen. Maar nu Oranje zicht heeft op de finale heeft hij aangegeven de geblesseerde Jonathan Isenia toch wel te willen vervangen. Hij is blij dat zijn club de Dodgers hem willen laten gaan. ,,Ze denken dat een finale goed voor mij kan zijn, omdat het meer competitief is.”
Voor Profar ging het ongeveer als bij Jansen. Aanvankelijk zou de nummer 1 topprospect meedoen aan de WBC. In februari twitterde de kortestop ‘nog 24 dagen voor de eerste wedstrijden met de jongens waarmee ik ben opgegroeid: Jonathan Schoop en Andrelton Simmons.’ Totdat vlak voor Spring Training duidelijk werd dat Profar een kans maakte op een plek in het Major League team van zijn club de Texas Rangers. Ook Profar wilde in de buurt blijven. Net als dat zijn club hem bij zich wilde houden trouwens. Maar nu Nederland in Amerika de finaleronde speelt hebben de Rangers Profar toch toestemming gegeven zich aan te sluiten bij Oranje. Op de vraag of hij hoopte dat de intensiteit van het toernooi kan helpen in de voorbereiding op het seizoen antwoordde Profar kort: ,,Ik hoop het niet. Ik weet dat het gaat helpen.’’
Andrelton Simmons mocht van zijn club de Atlanta Braves gelijk meedoen. Hoewel sommigen het onverstandig vonden omdat het risico op een blessure te groot is. Simmons zou zo de kans op een vol seizoen als vaste kortestop kunnen verprutsen. Coach Fredi Gonzalez dacht er anders over: ,,Aan de competitieve atmosfeer van de WBC zal je waarschijnlijk veel meer hebben dan aan een paar oefenwedstrijden’’ General Manager Frank Wren zag ook meer voordelen: ,,Met alle risico’s komen ook de beloningen zoals toen die jongen liet zien onder grote druk te kunnen presteren.’’ Wren doelde daarmee op de belangrijke homerun die Simmons sloeg in de tweede wedstrijd tegen Cuba. Hij bracht Nederland in de achtste inning daarmee van 4-6 op 6-6 en terug in de wedstrijd.
Kiezen tussen bij je club blijven of honkballen met je vrienden in een prestigieus toernooi uitkomend voor je moederland kan ook gezien worden als een luxe. Rick van den Hurk had heel graag hetzelfde dilemma gehad. De ex-pitcher van onder meer de Miami Marlins en Pittsburgh Pirates zou normaal gesproken bij de selectie zitten. Zijn nieuwe club de Lions uit Zuid Korea zag dat niet zitten en verbood hem mee te doen.