Eind oktober 1993 liep Michael Jordan het kantoortje van zijn baas Jerry Reinsdorf binnen. De beste basketballer ter wereld moest iets belangrijks vertellen aan de eigenaar van de Chicago Bulls. De mededeling was kort. Jordan had er geen zin meer in en wilde stoppen. Reinsdorf schrok en vroeg wat hij ging doen. Honkballen, zei Jordan. Hij ging honkballen.
Jordan had een verschrikkelijke zomer achter de rug. Zijn vader James werd in juli in een sloot gevonden met een kogel in zijn borst. Het was domme pech voor Senior. Na een lange rit in zijn gloednieuwe auto, was hij moe en besloot even te stoppen op een parkeerplaats om uit te rusten. Hij viel in slaap en werd overvallen door twee mannen. Ze eisten zijn auto, schoten hem neer en gooiden zijn lichaam even verderop in een kreek.
Michael raakte daarna in de knoop met zichzelf. “Hij zei dat hij geen energie meer had”, vertelde Bulls-coach Phil Jackson. “Hij had de passie verloren en was uitgeput telkens aan de verwachtingen te moeten voldoen. Er moest iets veranderen. De dood van zijn vader was de laatste druppel.”
Senior droomde sinds de kleine Michael een bal kon vasthouden dat zijn zoon zou gaan honkballen. “Ik denk dat ik met honkbal de leegte kan vullen. Als ik het ooit nog wil doen, moet het nu gebeuren”, maakte Jordan duidelijk.
“Dit is geen grap, geen gimmick”, klonk het op een persconferentie. “Ik ga gewoon mijn best doen en als ik niet goed genoeg ben dan stop ik. Het kan geen kwaad het te proberen.”
In maart 1994 meldde hij zich voor Spring Training bij de White Sox, de club die ook in handen was van Reinsdorf. Sommige journalisten vonden het ronduit belachelijk. Jordan was vroeger een talent, maar had sinds zijn achttiende niet meer gehonkbald en was inmiddels 31. In Sports Illustrated verscheen een vernietigend stuk met de kop: ‘Jordan is een belediging voor de sport.’
Ook mensen van de club twijfelden of het een publiciteitsstunt was van de White Sox. Waar slaat dit op, dacht hitting-coach Walt Hriniak. “Ik liep die eerste dag naar Michael, stelde mij voor en zei: ‘Ik moet je één ding vragen. Ben je serieus?’ En hij zei bloed-bloedserieus.” Vanaf dat moment werkten Hriniak en Jordan iedere ochtend keihard samen in de slagkooi. Zelfs na de wedstrijd en alle media-interviews pakte Michael zijn knuppel om te oefenen.
Aan het eind van Spring Training werd Jordan overgeplaatst naar het Minor League team de Birmingham Barons. Daar kreeg hij nauwelijks rust. Bij de eerste competitiewedstrijd zat het stadion stampvol. Er werden meer tickets in een halve dag verkocht dan normaal in een heel jaar. “Het was alsof Elvis elke avond in het gebouw was”, lachte Barons-mediamanager Chris Pika.
“Michael deelde met veel zorg en geduld handtekeningen uit en gaf iedereen aandacht”, vertelde zijn toenmalige coach Terry Francona. “Daarom hield hij ook zo van die reisjes met de bus naar uitwedstrijden. Dan kon hij eindelijk relaxen en was hij net zoals de rest. Hij vond het heerlijk één van de jongens te zijn.”
Jordan speelde een moeizaam jaar. Pas aan het einde van het seizoen begon hij beter te slaan en presteerde hij redelijk voor de Scottsdale Scorpions in de Fall League. Toch besloot hij niet te beginnen aan Spring Training in 1995. De Major League spelers staakten en Jordan vond dat hij het niet kon maken te gaan honkballen. Hij wilde zich niet in het conflict mengen.
Thuis op de bank met niks te doen miste hij zijn oude sport. En dus besloot Jordan een keertje te gaan kijken bij een training van de Bulls. Daarna ging hij nog een keer. En nog een keer. Hij voelde zich weer thuis op het basketbalveld en op 18 maart schreef hij een persbericht met slechts twee woorden: ‘I’m back’.
“Zonder staking had Michael in 1995 gewoon gehonkbald. En ik denk dat hij de MLB uiteindelijk echt wel had gehaald”, stelde Reinsdorf. Francona dacht er hetzelfde over.
Terugblikkend noemde Jordan het jaar in Birmingham en Scottsdale een verbindende reis naar zijn vader. Een eerbetoon. Maar honkbal had veel meer betekend voor Jordan, die na zijn terugkeer in de NBA nog drie titels pakte.
“Honkbal had mij volledig opgezogen. Ik kreeg met zoveel nieuwe dingen te maken. Spelers waren soms tien jaar jonger dan ik. Zij hielden oprecht van het spel. Hun dromen kwamen uit. Ik was dat een beetje kwijt in het basketbal. Ik stond al zo lang op een voetstuk dat ik vergeten was hoeveel moeite ik heb moeten doen daar te komen. Ik denk dat een jaar in de Minors mij dat duidelijk heeft gemaakt.”
Gepubliceerd in Fastball Magazine Maart 2015 (nr. 12)
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Simplistic Design