“Ik was zo zenuwachtig. Ik wist niet of ik moest lachen of hem een klap moest geven”, zei Armando Galarraga over eerste honkscheidsrechter Jim Joyce. “Het zou erger zijn geweest als ik hem had geslagen, dus gelukkig lachte ik.” Niemand op het veld zou echt raar hebben opgekeken als de pitcher inderdaad die avond van 2 juni 2010 Joyce een hoek had uitgedeeld. De umpire had immers net de grootste blunder uit zijn leven gemaakt.
Nog geen minuut eerder leek Galarraga van de Detroit Tigers op weg de geschiedenis in te gaan als de 21ste pitcher met een perfect game. Liefst zesentwintig man op rij van de Cleveland Indians had hij uitgeschakeld en Jason Donald moest nummer 27 zijn. Donald sloeg een langzame stuiter richting eerste honkman Miguel Cabrera, die pakte de bal knap en gooide hem zuiver naar de sprintende Galarraga. De pitcher ving de bal, drukte zijn voet op het kussen en ESPN-commentator Rod Allen dacht net als heel het stadion dat de laatste nul was gemaakt. “Hij is uit! Neeeeeee, hij is safe! Hij is safe!”, riep Allen. “O mijn hemel!”
Galarraga bleef staan met een glimlach van ongeloof, Cabrera hield zijn armen over zijn hoofd en zelfs Indian Donald was in de war. Het hele stadion schreeuwde. “Ik ging echt naar de grond”, zei derde honkman Brandon Inge. “Letterlijk.”
Commentator Allen had inmiddels de herhaling gezien. “Hij is uit. Waarom is hij safe? Dit meen je niet. Waarom is hij safe? O mijn God Jim Joyce. Nee… Nee…”
Lamgeslagen kreeg Galarraga de volgende slagman Trevor Crowe uit en was het duel voorbij. “Ik heb geen idee meer hoe dat gebeurde. Ik gooide maar wat, dacht niet meer na.” Joyce ging vlug het veld af en kreeg nog een paar woedende Tigers achter zich aan. Eenmaal binnen wilde de umpire zelf de beelden bekijken en schrok zich te pletter bij het zien van de herhaling. Donald was dik en dik uit.
Joyce liep direct naar de pers. “Ik heb die verdomde call gemist”, reageerde hij emotioneel. “Op dat moment dacht ik echt dat ik de call juist had. Maar nu ik de herhaling heb gezien… Ik heb het gemist… Ik heb het gemist…”, stamelde hij. “Dit is niet zo maar een call. Dit is een historische call. En i kicked the shit out of it. Er is niemand die zich zo slecht voelt als ik. Ik heb een perfect game van die jongen afgepakt. Hij heeft zich rot gewerkt de hele avond. Wat moet ik zeggen? Ik heb het gemist… ik heb het gemist. Het was waarschijnlijk de belangrijkste call uit mijn carrière en ik miste hem. I fucked up. Ik weet niet wat ik nog meer moet zeggen. Ik weet het niet.”
Joyce wilde daarna direct Galarraga persoonlijk spreken. “Hij bood gelijk zijn excuses aan en omhelsde mij”, vertelde de Venezolaanse pitcher: “Hij voelde zich heel slecht. Hij had niet eens gedoucht en was nog in dezelfde kleren. Zijn ogen waren waterig. Zijn lichaamstaal zei genoeg. Wat moet je dan doen? Ik weet dat niemand perfect is. Iedereen kan een fout maken.”
Een dag later zagen de twee elkaar weer. De Tigers speelden opnieuw tegen de Indians en Joyce was de hoofdscheidsrechter. De 28-jarige pitcher kwam de line-up brengen en Joyce gaf hem met tranen in zijn ogen een schouderklopje.
Galarraga is daarna altijd waardig en berustend omgegaan met de misser van Joyce. “Het is wat het is”, vond hij. Later schreven de twee zelfs een boek over die avond getiteld: ‘Nobody’s Perfect’.
Hoewel de Venezolaan geen erkenning kreeg voor zijn unieke prestatie zal hij in de honkbalhistorie een belangrijke plaats hebben. “De manier waarop de media in dit land werkt zal dit een groter verhaal worden dan als hij wel de perfect game had gekregen”, dacht ESPN-journalist Tim Kurkjian. Tigers-coach Jim Leyland vond dat ook. “Dit is een monumentale gebeurtenis. Er zijn maar een paar perfect games uit duizenden, duizenden wedstrijden. Deze zal nooit vergeten worden en we blijven er eeuwig over praten.”
Galarraga: “Ik denk dat ik het heb gehaald. Het staat misschien niet in de boeken, maar ooit zal ik mijn zoon vertellen dat ik een perfect game heb gegooid en zal ik hem de DVD laten zien.” Stiekem is hij zelfs extra trots. “Mijn perfect game is pas echt speciaal, want ik heb 28 man uit gemaakt.”
Gepubliceerd in Fastball Magazine, nr. 3 april 2014
Tekst © honkbalopzolder
Foto: trainman74