The Gashouse Gang

image

Dizzy Dean wist het vlak voor de start van het honkbalseizoen in 1934 zeker. Hij en zijn broertje Paul zouden voor de St. Louis Cardinals gemakkelijk 45 duels winnen. “En als we er nog eens zes pitchers bij krijgen die ongeveer vijftig wedstrijden kunnen pakken, halen we de World Series. Het zou een eitje moeten zijn”, zei hij tegen de pers. “Zo is dat, Diz!”, riep Paul op de achtergrond.

Dizzy hield van opscheppen. Maar daarin was hij nauwelijks uniek bij de Cards. Het hele team zat vol met mannen met een grote bek. Een ruige straatbende die later bekend werd als de Gashouse Gang. Net als de ruziezoekende rouwdouwers die langs de spoorwegen in Gashouse-fabrieken werkten zagen de Cardinals er vaak smerig uit. Meestal was er tijdens lange roadtrips tussen de wedstrijden door geen tijd de vieze modderige pakken te wassen en dus gingen de soms zeiknatte kloffies zo de koffer in. Ongewassen, stinkend naar zweet en met kreukels in het uniform stond de groep een dag later dan weer op het veld.

Derde honkman Pepper Martin lag voor thuiswedstrijden altijd onder zijn raceauto te sleutelen en kwam regelmatig aanzetten met zijn handen en gezicht onder de olie. Martin stond bekend om zijn agressieve manier van honklopen en had de bijnaam ‘Het Wilde Paard’. Een journalist noemde hem ‘een ongeschoren zwerver, die over de honken rende als een woeste locomotief die zelfs in zijn slaap pitchers verrot schold.’

Outfielder Joe Medwick liep juist weer als een eend en iedereen noemde hem Ducky. Alleen niet in zijn gezicht, want dan hoekte hij je zonder pardon tegen de grond. Dizzy sprak Medwick een keer boos aan over een gemiste bal die drie runs kostte. Toen broer Paul er bij kwam staan pakte Medwick een knuppel. “Kom maar op, ik sla die broertjes-act van jullie zo uit elkaar.” Later in de wedstrijd sloeg Medwick een grandslam en terug in de dug-out spuugde hij op de voeten van Dizzy en zei: “Hier heb je je drie runs met nog eentje erbij. Nou eens zien of jij die voorsprong vast kan houden, lafaard!”

Kortestop Leo Durocher voelde zich niet verbonden met de ‘boerenkinkels’ uit het team. Hij had gespeeld bij de Yankees, maar was in New York volledig ontspoord, raakte gokverslaafd en zat diep in de schulden. Van kamergenoot Babe Ruth had hij geld gestolen en de Yankee-legende had Durocher flink in elkaar gemept. De club wilde van Durocher af en via de Cincinnati Reds kwam hij tot zijn spijt in het ‘gat’ St. Louis terecht.

De weg naar de World Series verliep niet helemaal gladjes voor dit ongeregeld zootje. De gebroeders Dean dreigden in augustus zelfs te stoppen. Ze kregen een boete omdat ze niet kwamen opdagen voor een oefenwedstrijd en woedend scheurde Dizzy zijn pak aan flarden. “We nokken er mee en gaan lekker vissen in Florida!”, schreeuwde de oudste Dean.

Met veel pijn en moeite legde de club het bij met de Deans en uiteindelijk haalden de Cardinals de World Series. Dizzy’s voorspelling was ook uitgekomen. Hij en Paul hadden 49 wedstrijden gewonnen (Dizzy 30, Paul 19) en nu blufte de pitcher direct dat ze samen elk twee wedstrijden zouden winnen in de Series tegen de Detroit Tigers.

Ook dat ging niet vanzelf. In game four kreeg Dizzy als pinchrunner een bal tegen zijn hoofd en werd hij bewusteloos van het veld gedragen. Op de röntgenfoto’s bleek het allemaal mee te vallen en Dean verklaarde wat dommig: “Dokters hebben mijn hoofd onderzocht en hebben niks gevonden.”

In de beslissende game seven stond Dizzy al weer op de heuvel en kwamen de Cardinals op een ruime 9-0 voorsprong. Bij die stand vond Medwick het nodig een snoeiharde sliding op derde honkman Marv Owen van de Tigers te maken. Owen viel boven op Medwick en die deelde direct een trap uit. Na een vechtpartijtje werd het stel uit elkaar getrokken, maar Tigers-fans waren witheet. Het publiek gooide massaal flessen en afval naar Ducky en uit voorzorg werd hij van het veld gehaald. De organisatie wilde nog sussen en vroeg of Medwick een hand wilde geven aan Owen. Mooi niet, dacht Medwick en hij verdween vloekend van het veld.

De Cardinals wonnen de laatste wedstrijd met 11-0 en bluffer Dizzy bleek opnieuw gelijk te hebben, want hij en Paul hadden allebei twee partijen gewonnen. Maar volgens Dizzy had dit helemaal niks met opscheppen te maken. “Het is geen opscheppen als je het waarmaakt.”

Gepubliceerd in Fastball Magazine, nr. 4 Mei 2014
Tekst © honkbalopzolder
Foto: Courtesy of the Boston Public Library, Leslie Jones Collection.
(Op de foto: Dizzy Dean)