Fenway Park Magisch

image

Game six in The World Series 1975. Fenway Park in Boston. De stand tussen de Red Sox en de Cincinatti Reds is 6-6 in de twaalfde inning. De Reds leiden in de best-of-seven series met 3-2. Ruim na middernacht stapt Carlton Fisk van de Sox met zijn knuppel in de hand naar de plaat. De eerste pitch van pitcher Pat Darcy laat hij gaan. Bij de tweede haalt Fisk uit. De bal zweeft door het donker naar het linksveld en lijkt in fout gebied te landen. Fisk kijkt naar de bal en begint te springen en driftig met zijn armen te zwaaien. Alsof hij de bal naar goed gebied wil duwen. De bal raakt de paal, de Sox winnen met 7-6 en spelen de beslissende wedstrijd in de Series.

Dit beeld is door de fans van de Red Sox gekozen tot meest magisch en memorabel moment in de geschiedenis van Fenway Park. Vorige week vrijdag vierde de Red Sox het eeuwfeest van het oudste Amerikaanse honkbalstadion. Het team nam het op tegen aartsrivaal de New York Yankees. Net als precies honderd jaar geleden bij de openingswedstrijd op 20 april in 1912. Toen stonden de Red Sox en de New York Highlanders in het veld. Het team dat een jaar later zijn naam veranderde in de Yankees ging met 7-6 onderuit nadat Tris Speaker de winnende run binnen timmerde voor 27.000 fans. Als eerbetoon honkbalden de Red Sox en de Yankees vrijdag in replica’s van de oude uniformen. In ruim zittende nostalgische shirts zonder rugnummer en naam zaten de spelers op de houten bankjes voor de dugout klaar om te beginnen.

Voordat de eerste bal gegooid werd kwamen 212 spelers oud-spelers van de Sox het veld op. Ieder liep naar de plek waar ze bekend waren geworden. De een wandelde wat soepeler dan de ander over het gras. Bobby Doerr (94) en Johnny Pesky (92) zaten in een rolstoel en werden geduwd door de twee meest recent gestopte Red Sox spelers Tim Wakefield en Jason Varitek.

Het is opmerkelijk dat Fenway nog overeind staat. De stoeltjes zijn krap, de faciliteiten verouderd en je betaalt veel geld voor een ticket. En als je pech heb kijk je recht tegen een paal aan. De meeste oude ballparks zijn al met de grond gelijk gemaakt, maar Fenway is mede behouden door zijn magie. Honkballegende Babe Ruth won er zijn eerste wedstrijd als startend pitcher, president Franklin Delano Roosevelt hield er in 1944 zijn laatste campagnespeech en slagmachine Ted Williams sloeg in Fenway bij zijn allerlaatste slagbeurt een homerun.

Wakefield noemt het een kathedraal. Alsof je naar de kerk gaat. Schrijver John Updike dichtte ooit ‘Fenway is a lyric little bandbox of a ballpark.’ De fans zitten bovenop het veld. Buitenvelders hebben soms direct contact met het publiek. En het gestamp van rennende spelers schijn je te voelen als je vlakbij zit. Over die intieme sfeer zei de eigenaar van de St. Louis Browns Bill Veeck ooit: ,,Andere stadions hebben toeschouwers; Fenway heeft 35.000 deelnemers.’’

Het honkbalpark is met de jaren wel gemoderniseerd, maar zal altijd zijn karakteristieke kenmerken houden. Het hele park is groen geschilderd, de stand wordt bijgehouden met een ouderwets scorebord en dan is er ‘The Green Monster’. Dit is een ruim elf meter hoge muur in het linksveld. De kolos werd gemaakt om er voor te zorgen dat de straat die er naast liep niet in het veld zou vallen, dat veel lager lag.

Niet iedereen begrijpt de magie overigens. Luke Scott van de Tampa Bay Rays noemde Fenway onlangs ‘a dump’. Die oudheid en nostalgie is leuk voor de fans, maar als speler voel je als een sardientje in een blik, zei hij.

De toeschouwers van afgelopen vrijdag haalden hun schouders op bij het commentaar van Scott. Die beleefden een nieuw historisch moment. Nou ja, alleen de uitslag zullen ze liever snel willen vergeten. De Yankees wonnen met 2-6.

Gepubliceerd in De Gooi en Eemlander, maandag 30 april 2012
Foto © Slack12